De abortuspil en hoge werkdruk

Is een wet die het mogelijk maakt dat huisartsen de abortuspil kunnen voorschrijven wel opportuun gezien de hoge werkdruk onder huisartsen?

1. De zorgen over werkdruk zijn terecht. Ze gaan echter niet over de inhoud maar over de randvoorwaarden van zorg. Het afwijzen van de wet gaat huisartsen daarom niet helpen.
2. Het betreft aanvullende zorg, geen basiszorg. De huisarts heeft een keuzemogelijkheid en kan bij ontbreken van affiniteit met het onderwerp samenwerken met een gemotiveerde collega.
3. Maximaal draagvlak onder huisartsen is niet nodig. Het gaat om kwaliteit van zorg, niet om kwantiteit.
4. Er is geen sprake van verplaatste zorg, er is geen top-down plan. De wens de abortuspil te kunnen voorschrijven kwam vanuit de beroepsverenigingen en past binnen alle kernwaarden van huisartsgeneeskunde: laagdrempelige, generalistische, persoonlijke en continue zorg.
5. Een deel van de abortuszorg doet de huisarts al bij 56% van de ongewenst zwangere vrouwen.
  1. De zorgen die een groot deel van de huisartsen in Nederland hebben over hoge werkdruk zijn terecht. Deze zorgen gaan echter niet over de inhoud van de zorg maar over essentiële randvoorwaarden van de huisartsenzorg zoals door de LHV geformuleerd: 1. Meer tijd voor de patiënt; 2. Aanpak ANW-systeem; 3. Focus op eigen kerntaken; 4. Vergoeding voor stijgende praktijkkosten (waaronder huisvesting); 5. Vertrouwen als basis voor toezicht en controle. Het afwijzen van de Initiatiefwet zal huisartsen niet helpen bij het realiseren van deze randvoorwaarden. 
  2. Vanaf het ontwerp van de Initiatiefwet is al gesteld dat het hier geen basiszorg betreft maar aanvullende zorg. Dat wil zeggen, de huisarts heeft – afhankelijk van haar competenties en van affiniteit met het onderwerp – de keuze om dit type zorg te bieden en is dit niet verplicht. Aanvullende zorg is gebruikelijk, bv: spiraal inbrengen, ECG maken en analyseren, griepvaccinatie organiseren etc. De overbelaste of niet gemotiveerde huisarts hoeft geschat slechts 1-2x/jaar nee te zeggen tegen haar patiënt en kan samenwerken met collega’s in het gezondheidscentrum of de wijk die wel gemotiveerd zijn. Deze huisartsen geeft het verdieping en voldoening in hun werk, een goede manier om niet overbelast te raken.
  3. Dat sommige huisartsen er voor kiezen niet voor te schrijven is niet erg. Er is niet per se een groot draagvlak onder huisartsen noodzakelijk, er is geen top-down plan dat zou moeten slagen. Zelfs als maar slechts 20% van de huisartsen zouden participeren dan betreft dit nog steeds 2400 huisartsen en dat zou geschat ongeveer 4800 vrouwen per jaar betreffen (16% van het totaal/jaar). Voor deze vrouwen is dus geen groot draagvlak onder huisartsen noodzakelijk, wel een juridisch kader waardoor 75% van de Nederlanders die deze wet ondersteunt (panel Een Vandaag juni 2022) de mogelijkheid krijgt zich tot de huisarts te wenden. Het gaat om kwaliteit van zorg, niet om kwantiteit.
  4. Er is geen sprake van verplaatste zorg zoals sommige huisartsen claimen (“op ons bordje gelegd”; “over de schutting gegooid”). Drie argumenten waarom het binnen gewone huisartsenzorg past:
    • Reproductieve gezondheidszorg, waaronder ongewenste zwangerschap, is van oudsher al een belangrijk domein in de huisartsgeneeskunde omdat het raakt aan alle kernwaarden van huisartsgeneeskunde: laagdrempelige, generalistische, persoonlijke en continue zorg. Ook de WHO hecht al decennia veel waarde aan het implementeren van de abortuszorg in de eerstelijn vanwege dezelfde kernwaarden en roept overheden op de eerstelijn te betrekken in de abortuszorg (WHO. Abortion care guideline. Geneva: WHO; 2022). In landen als Ierland, Frankrijk, Zweden en Canada wordt de abortuspil al jaren door de huisarts voorgeschreven. 
    • Een deel van de abortuszorg doet de huisarts bij 56% van de ongewenst zwangere vrouwen al decennia, namelijk het besluitvormingsproces en de nazorg (cijfers IGJ). Alleen het verstrekken van de abortuspil nog niet. De vrouw moet dus een onnodige extra stap heen en weer nemen, gehinderd door de wachttijd bij een abortuskliniek. Vrouwen willen zo snel mogelijk na hun definitieve besluit een behandeling en huisartsen kunnen hierin een rol hebben als de vrouw dat wenst. Voor antibiotica verwijzen huisartsen ook niet naar een longarts.
    • De huidige Initiatiefwet is een uitkomst van een jarenlang proces. Het is al vanaf 2013 de wens van de beroepsvereniging zelf om het verstrekken van de abortuspil door de huisarts mogelijk te maken. Dit heeft in 2016 geleid tot het NHG Standpunt Medicamenteuze zwangerschapsafbreking dat de abortuspil effectief en veilig door huisartsen kan worden voorgeschreven. Echter: de juridische context stond de uitvoering ervan in de weg. Politici bedienen met een Initiatiefwet de huisarts, het is niet zo dat huisartsen zouden moeten uitvoeren wat de overheid van hen verlangt. Er is geen sprake van topdown overheveling van zorg. De wet beoogt de vrouwen en de huisartsen die dat wensen een juridisch kader te bieden en beoogt niet huisartsen op te roepen of aan te moedigen. De wet is bottom-up tot stand gekomen en LHV en NHG ondersteunen de Initiatiefwet nog steeds.

Peter Leusink, augustus 2022